Sardes sep 2020 : Perspectief op inclusief in het onderwijs - Ieder kind is welkom en doet mee
Onze samenleving heeft de opdracht om mensen met een beperking ondersteuning te bieden en toe te ruste...
bron OCW | Nieuwsbericht | 04-11-2020 |
Met 25 maatregelen verbetert minister Slob (onderwijs) passend onderwijs voor leerlingen, ouders en leraren. Leerlingen en hun ouders krijgen meer te zeggen over passend onderwijs. Zo krijgen leerlingen hoorrecht, zodat zij betrokken worden bij besluiten over hun oplossing. Voor ouders komt er betere informatie en komen er duidelijkere stappen wat ze kunnen doen als ze er met de school niet uitkomen
Het aanbod voor leerlingen die extra hulp nodig hebben is verbeterd sinds de invoering van passend onderwijs, maar op te veel plekken nog niet goed genoeg. Dat is de conclusie van de evaluatie van passend onderwijs die de minister vandaag naar de Tweede Kamer stuurt. Passend onderwijs is er voor leerlingen die extra hulp nodig hebben, zoals kinderen met een fysieke handicap, ernstige dyslexie of hoogbegaafden.
Minister Slob: “Op heel veel plekken hebben we de afgelopen jaren echt stappen gezet naar meer passend onderwijs voor leerlingen die extra hulp nodig hebben. Maar nog niet overal gaat het zoals we willen. Daarom mogen leerlingen voortaan meepraten, wordt voor ouders duidelijker wat er mogelijk is en maken we voor leraren helder wat er van hen verwacht wordt en wat niet. Want we blijven knokken om iedere leerling passende ondersteuning te geven.”
Om leerlingen te betrekken bij besluiten over hun oplossing, komt er hoorrecht. Leerlingen moeten voortaan kunnen meepraten en bepalen wat ze denken dat ze nodig hebben aan ondersteuning. Dat gebeurt nu nog te vaak niet.
Om onrechtvaardige verschillen tussen regio’s tegen te gaan, komt er een landelijke norm voor basisondersteuning. In de norm wordt omschreven wat er van scholen tenminste verwacht wordt. Dat geeft leraren en ouders meer duidelijkheid. Onafhankelijke experts stellen de norm vast. Bovendien kunnen scholen en leraren aan de hand daarvan in gesprek welke ondersteuning leraren nodig hebben.
Een andere maatregel is de invoering van het leerrecht voor leerlingen. Scholen en samenwerkingsverbanden moeten dit recht mogelijk maken. Ook als dat betekent dat er deels of tijdelijk afgeweken moet worden van onderwijstijd of de vaste onderwijslocatie.
De evaluatie concludeert dat de basisondersteuning vrijwel altijd tot ieders tevredenheid tot stand komt. Wanneer de situatie complexer wordt ontstaan echter problemen. Daarom neemt minister Slob 25 maatregelen. Behalve de genoemde maatregelen, vallen daar bijvoorbeeld het aanpakken van hoge reserves bij samenwerkingsverbanden onder, en het voor thuiszitters mogelijk maken om tijdelijk afstandsonderwijs te volgen.
De evaluatie is een meerjarig onderzoek bestaande uit onder andere 70 deelstudies van NRO, adviezen van de Onderwijsraad, Inspectie van het Onderwijs en de Kinderombudsman, enquêtes en standpuntbepalingen van PO- en VO-raad, Ouders & Onderwijs, AOb en het Lerarencollecties. Op basis hiervan zijn vele bijeenkomsten gehouden met meer dan 25 vertegenwoordigende partijen en ook met leerlingen, ouders en leraren zelf.
Leerlingen met en zonder ondersteuningsbehoeften moeten vaker samen dicht bij huis naar dezelfde school kunnen. Er zijn al veel van dit soort initiatieven. Deze initiatieven krijgen ruimte om verder uit te breiden. Daarnaast wordt een plan gemaakt om alle scholen in de komende 15 jaar inclusiever te maken.