Ruimte voor nieuwe talenten
Dit is een document van de PO-raad die de eerste algemene informatie geeft over wanneer je als school ...
Alle leden mogen wijzigen
Als – ondanks alle inspanningen – regulier onderwijs niet lukt, gaan we met ouders en school op zoek naar een andere onderwijsplek. In onze regio zijn verschillende voorzieningen, zoals scholen voor speciaal (basis) onderwijs.
Sinds 2020-2021 is er spraken van een daling van het aantal SBO-leerlingen. Hiermee lijkt zich de verwachte daling op basis van de prognoses van DUO in ons werkgebied eerder in te zetten.
In onderstaande grafiek zien we het aantal leerlingen in het sbo. Dit jaar zien we een verdere daling naar 353 leerlingen. Het is nog onduidelijk wat de precieze oorzaak is van deze daling. Als gevolg van corona zijn een aantal verleningen mogelijk niet correct verwerkt. De nieuwe registratie van SBO leerlingen vanuit DUO/ROD geeft voor het nieuwe schooljaar weer een actueel beeld
In de grafiek zijn nog de oude prognose waarden gebruikt deze dienen naar beneden worden bijgesteld.
In het speciaal onderwijs zien we, na een lichte daling het aantal so leerlingen weer stijging. In onderstaande grafiek ziet u het aantal leerlingen van de afgelopen jaren in het speciaal onderwijs.
Uit de trendanalyse blijkt dat het aantal SO-leerlingen nog steeds boven het landelijk gemiddelde ligt. Ook lijkt er weer sprake van een stijgende lijn.
De stijging van afgelopen jaren van het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs kon verklaard worden doordat er steeds meer jonge kinderen (onder de 8 jaar) naar het s(b)o verwezen werden en doordat verwezen kinderen over het algemeen op de speciale (basis)school blijven.
Een leerling in het SO is toegelaten met een toelaatbaarheidsverklaring met een categorie laag, midden of hoog. We zien in onderstaande grafiek dat het aantal leerlingen met tlv categorieën hoog en midden zich lijkt te stabiliseren en dat het aantal leerlingen met een tlv categorie laag na een lange periode van stijging voor het eerst begint te dalen.
Waar vorig jaar het aantal jonge leerlingen met een toelaatbaarheidsverklaring sterker toenam dan oudere leerlingen, lijkt zich dit jaar te stabiliseren.
In onderstaande grafieken is de trend van het deelnamepercentage in het SBO en SO van afgelopen schooljaar te zien, voor zowel landelijk als PPO-NK.
Voor het SBO zien we dat de stabilisering van vorig jaar doorzet in een lichte daling. Deze daling kan mogelijk verklaard worden door een toename van de uitstroom uit het SBO van leerlingen. Door de bijzondere omstandigheden gedurende de corona periode is nader onderzoek nodig naar de mogelijke gevolgen hiervan.
Voor het samenwerkingsverband ligt het deelnamepercentage SBO op 1.91%. Ten opzichte van voorgaande jaar zien we en lichte daling -0.14%. Landelijk is het deelnamepercentage SBO licht toegenomen met +0.05 % naar 2.51%.
Voor het samenwerkingsverband ligt het deelnamepercentage op 2.19% - dit is boven de 2%. Ten opzichte van voorgaande jaren zien we een stijging +0.08%. Deze stijging is iets lager dan voorgaande jaren. Landelijk lijkt het deelnamepercentage SO weer iets te stijgen naar resp.1.9%.
Wanneer we de verschillende schooltypen uitsplitsen ontstaat het volgende beeld:
In bovenstaande figuur is de leerlingentelling per 1 februari 2022 weergegeven.
Bij alle scholen is sprake van een (lichte) afname van het aantal leerlingen. Alleen bij De Ruimte, Antonius en Spinaker is sprake van een lichte stijging van het aantal leerlingen.
Naast bao, sbo en so kunnen kinderen ook naar een cluster 1 of 2 voorziening gaan.
In onderstaande grafieken wordt het percentage leerlingen weergegeven dat woont in de regio van ons samenwerkingsverband en staat in geschreven bij een instelling voor cluster 1 of 2 onderwijs. Leerlingen in cluster 1 en 2 vallen niet onder de verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband. De leerlingen zijn ingedeeld op basis van hun 4-cijferige woon-postcode. Het getoonde percentage wordt berekend door het totaal aantal leerlingen te delen door het aantal bao en hbo leerlingen (het aantal leerlingen waarop de bekostiging van het swv is gebaseerd)