Opbrengst MAO Dialoog#7 - Hoogbegaafdheid

  • okt 2021
  • PPO-NK - community beheer
  • 421
PPO-NK - community beheer
Voor iedereen

Dialoog #7 – Er is meer mogelijk dan je denkt

In de zevende dialoogsessie Met Andere Ogen op 13 oktober 2021 in en vanuit Pakhuis de Zwijger in Amsterdam keken we door de ogen van ‘hoogbegaafden’. De term riep meteen al weerstand op: ‘hoogbegaafd’ klinkt toch een beetje als: ‘ik ben beter dan een ander’. De ‘hoogbegaafden’ aan tafel voelden zich dan ook ongemakkelijk met hun label.

‘Anders’ zijn ze wel. Ze behoren tot een kleine minderheid, en in een systeem dat gemaakt is voor de meerderheid hebben ze het niet altijd makkelijk. De kans is groot dat ze ‘schoolpijn’ krijgen, zoals Astrid Ottenheym het noemt, initiatiefnemer van deze avond en directeur-bestuurder van Samenwerkingsverband Passend Primair onderwijs Noord-Kennemerland.

Neem nu Teun Crutzen, die we al hadden leren kennen in de special over hoogbegaafdheid die we rond deze avond hebben gemaakt. Doodongelukkig werd hij in de brugklas. Zijn vader greep in toen ze in de rij stonden voor de boeken voor het tweede jaar: ‘Kom, we gaan.’ Paul Crutzen richtte een eigen leerwerkplek in voor zijn zoon – later meer daarover – en meldde hem aan bij Agora in Roermond. Je kunt daar je eigen onderwijs inrichten in de vorm van challenges. Deels voer je die uit op school, maar je mag ook elders aan de slag. Pas in de laatste twee jaar concentreer je je op je eindexamen.

Eén van de challenges die Teun zich stelde: ‘Ik wilde een luchtdrukgeweer gaan maken. Ik had geen idee hoe dat moest, maar door op zoek te gaan en het aan andere mensen te vragen, kreeg ik het toch voor elkaar. Het kwam erop neer dat zij het geweer voor mij maakten, en ik er ontzettend veel van geleerd heb.’ Inmiddels is zijn passie verlegd naar het ijzersmeden. Ook daar leert hij veel van: over scheikunde, natuurkunde, maar ook over creativiteit. Kortom: Teun is gelukkig nu.

‘Zoek naar een plek waar je wel geaccepteerd wordt’

Ook voor Esmee Venema heeft het lot zich uiteindelijk ten goede gekeerd. Al op haar tweede kreeg ze de diagnose autisme. Pas onlangs bleek die diagnose fout te zijn: ze was ‘gewoon’ hoogbegaafd. Al die jaren op de basisschool waarin ze met een verkeerd label moest leven - al die jaren dat ze voor dom werd uitgemaakt, voor ‘raar’- al die jaren waarin ze zelfs schadelijke medicijnen kreeg voorgeschreven die ze misschien voor niets kreeg. Nu is ze dan ‘hoogbegaafd’. Het had even tijd nodig voordat ze daaraan gewend was. Maar het verklaart met terugwerkende kracht heel veel.

Waar zij voor pleit is dat er meer aandacht komt voor signalering van hoogbegaafdheid, op de scholen zelf, in de lerarenopleidingen, en ook bij de opleiding psychologie. Als zo vroeg mogelijk kan worden vastgesteld dat sommige kinderen een andere leerbehoefte hebben dan het gemiddelde schoolsysteem kan bieden, kan veel ellende worden voorkomen.

Teun is meer iemand die zijn lot in eigen hand neemt. Hij begrijpt wel dat het systeem er niet voor iedereen kan zijn. Zijn boodschap aan kinderen als hij is dan ook: ‘Zoek naar plek waar je wel geaccepteerd wordt, waar je met rust wordt gelaten, waar je jezelf mag zijn. Natuurlijk heb je daar je omgeving voor nodig, maar het begint bij het serieus nemen van jezelf. En probeer het dan gewoon.’

Leerplicht = schoolplicht?

Waarom is toch zo moeilijk voor het onderwijssysteem om ook kinderen als Teun en Esmee een passende ontwikkelplek te bieden? De deelnemers aan de dialoog zijn het er eigenlijk wel over eens: terwijl de wereld in hoog tempo verandert, ziet het schoolsysteem er nog net zo uit als honderd jaar geleden. Dat zou natuurlijk kunnen betekenen dat het systeem goed en efficiënt is. En voor de meeste kinderen zal dat ook zo zijn. Maar er zijn ook grote groepen kinderen die uitvallen, die niet passen binnen het systeem, die iets anders nodig hebben.

De leerplicht zoals we die kennen komt momenteel neer op een schoolplicht: je moet verplicht zoveel uur per jaar naar school. Doe je dat niet, dan verzuim je. Leerplicht kan ook leerrecht worden, of misschien zelfs ontwikkelrecht stelt Jolan Rode, van de Onderwijsaffaire. En leren hoeft toch niet per se op school, uit een boek? Je leert misschien wel veel meer in de echte wereld, door projecten op te zetten waarin je vele disciplines combineert en je al doende leert. Zoals Teun met zijn luchtdrukgeweerproject.

Binnen en buiten het systeem

Gelukkig zijn er op vele plekken al initiatieven om het anders te doen. Agora werd al genoemd. Tijl Koenderink richtte de School of Understanding op in Amstelveen, waarin hij een omgeving wilde creëren waarin kinderen zich breed kunnen ontwikkelen in een ‘lerend ecosysteem’. Er is altijd verbinding met de echte wereld, en het ‘jaarleerstofsysteem’ dat op zoveel scholen het dagritme bepaalt, is losgelaten. Deze initiatieven laten zien dat er binnen het systeem wel degelijk verandering mogelijk is.

Paul Crutzen, de vader van Teun, zette iets nieuws op in Kerkrade, buiten het systeem. Hij noemde het Qeske, ‘simpelweg een voorheen leegstaande ruimte waarin mensen vanuit verschillende disciplines op een eigen werkplek hun vak kunnen uitoefenen en waar jongeren terecht kunnen om rond te kijken, mee te helpen en heel veel te leren. Ik had de volledige steun de leerplichtambtenaar in Kerkrade die steeds meer thuiszittende jongeren (meestal jongens) kwam brengen. Voor hun ouders was het een cadeautje: eindelijk was er een plek waar hun kind terecht kon.’

‘Er is meer mogelijk dan je denkt’

Zijn plekken als Agora, de School of Understanding en Qeske dan de toekomst? En zo ja, hoe zorgen we er dan voor dat er meer van dergelijke plekken komen? Het systeem is groot en hardnekkig, en de mensen die de macht hebben het systeem te veranderen, zijn zelf onderdeel van het systeem, en hebben geen belang bij verandering.

Ook Martijn Sanders, directeur Kansengelijkheid en Onderwijsondersteuning bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, erkent dat plekken waar het goed gaat, zich vaak buiten het systeem bevinden. Hij zegt ook dat er binnen het systeem al veel in beweging is, hoe moeizaam dat soms ook lijkt te gaan. ‘We doen bijvoorbeeld al veel samen met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, zoals de ondersteuning van dit programma Met Andere Ogen. We erkennen het belang van meer flexibiliteit van het systeem. De komende jaren kijken we dan ook kritisch naar de wetgeving: moet deze misschien veranderen om meer flexibiliteit mogelijk te maken? Daarnaast wil ik benadrukken dat binnen het systeem ook al veel kan. Mijn oproep aan scholen is dan ook: heb het lef om de flexibiliteit van het onderwijssysteem op te zoeken. Er is vaak meer mogelijk dan je denkt.’

Invloed op de mentale gezondheid

Hoogbegaafheid is geen diagnose, het staat niet in de DSM V zegt Jaap van der Stel, lector GGZ, dit wordt direct door Anouke bevestigd. Jaap spreekt uit ervaring en vertelt dat het zijn leven flink beïnvloed heeft. Het anders voelen kan ook een negatief effect hebben op je mentale gezondheid. Misdiagnoses en verkeerde begeleiding hebben een grote impact, soms zelfs traumatisch, en het duurt lang voordat je daarvan herstelt. Onderwijs en zorg moeten niet vanuit hun eigen koker blijven kijken en werken. Het vraagt samenwerken en kijken vanuit het perspectief van de jeugdige en zijn situatie. Ook Linda van Elderen, leerkracht bij Opmaat, ziet dat als belangrijk. Er gebeurt al veel maar we zijn er nog niet.

‘Kinderen weten zelf heel goed wat ze nodig hebben’

Die oproep is uit het hart gegrepen van de gesprekspartners aan tafel. Zo is ook voor Anouke Bakx, bijzonder hoogleraar begaafdheid en lector goed leraarschap bij Fontys Hogescholen, flexibiliteit het sleutelwoord. ‘Geen enkel kind mag tussen de wal en het schip raken’, zegt ze. ‘Om zich goed te voelen, moet iedere leerling beschikken over een combinatie van autonomie, verbinding en competentie. Daar is flexibel maatwerk voor nodig, waarbij de kinderen zelf meer ruimte krijgen. Zij weten zelf vaak heel goed wat ze nodig hebben om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.’

Aandacht voor de menselijke maat, misschien komt het daar wel op neer. ‘Hoe kunnen we werken aan veerkrachtige mensen, die vol zelfvertrouwen in de wereld staan, met interesse in elkaar?’ vat Astrid Ottenheym de hoofdvraag samen. Er is zeker heel veel bereikt – zo is Nederland het enige land ter wereld waar onderwijs voor hoogbegaafden door de overheid wordt bekostigd, zegt Tijl Koenderink in zijn slotbetoog – maar er is ook nog heel veel te doen. En daar kunnen we zelf mee beginnen.

Met Andere Ogen – bouwstenen voor een nieuwe manier van kijken, doen en denken #7

  1. Zorg voor meer kennis over hoogbegaafdheid op scholen en in de opleidingen.
  2. Geef kinderen de ruimte hun ontwikkeling in eigen hand te nemen.
  3. Leren doe je niet alleen op school of uit een boek.
  4. Maak gebruik van de flexibiliteit die het huidige schoolsysteem al biedt.
  5. Heb aandacht voor de menselijke maat.

Dialoogsessie #7 – ‘Door de ogen van hoogbegaafden’ is hier terug te kijken.

Trefwoorden