Conferentie 10-14 - Op naar een soepele overgang tussen PO en VO
‘Vroege selectie in het onderwijs’. Dat was het thema van de tweejaarlijkse conferentie vanuit de wer...
De netwerkgroep Nieuwkomers staat als een huis. Dat blijkt als 175 nieuwkomers, van wie 31 kinderen in de basisschoolleeftijd, per 1 september tamelijk onverwacht in Bergen terechtkomen. Het gaat om gezinnen uit Syrië, Afghanistan en Eritrea die gevlucht zijn, van plek naar plek worden verplaatst en tijdelijk in tenten wonen op het voormalige voetbalveld in Bergen.
Hoe zorg je ervoor dat de kinderen naar school kunnen? Consulent taalvoorzieningen Kristel Hoogeveen en ambulant begeleider nieuwkomers Mireille Koeleveld vertellen hoe ze dat dankzij de netwerkgroep met scholen in Bergen en partners uit de regio voor elkaar hebben gekregen.
Netwerkpartners slaan handen ineen
“We hoorden in het nieuws dat de 175 nieuwkomers tijdelijk in Bergen zouden neerstrijken”, vertelt Mireille. “Het is van belang dat ze zo goed mogelijk worden opgevangen. En de kinderen hebben recht op onderwijs én behoefte aan structuur, afleiding en rust.”
Kristel vult aan: “Met een beleidsmedewerker van de gemeente Bergen organiseerde Mireille direct een overleg samen met de schooldirecteuren in Bergen, de veiligheidsregio en de gemeente om te inventariseren wat we voor deze 31 kinderen konden doen. De 9 kleuters konden direct aansluiten in de kleuterklas; nieuwkomers in die leeftijdsgroep gaan meteen mee in het reguliere onderwijsaanbod. Voor de 22 andere kinderen in de basisschoolleeftijd hebben we dankzij de samenwerking en geweldige leerkrachten en vrijwilligers ook iets kunnen optuigen voor de periode van zes weken die ze hier verbleven.”
Mireille: “Twee scholen in Bergen hadden lokalen en spullen beschikbaar, twee leerkrachten meldden zich en de gemeente zorgde voor buurtcoaches, sportcoaches en muziekcoaches die in de middagen activiteiten organiseerden. Ook jeugd- en gezinscoaches waren betrokken bij de kinderen. Vanuit de veiligheidsregio gingen medewerkers en vrijwilligers dagelijks mee om de kinderen te begeleiden. Het is echt een mooie samenwerking geweest die we dankzij snel schakelen en met hetzelfde doel voor ogen voor elkaar hebben gekregen: deze kinderen verdienen het om naar school te gaan.”
Kristel: “Wat ik heel krachtig vind is dat we met heel veel creativiteit en vrijwilligers in korte tijd iets hebben georganiseerd voor deze kinderen. En dat is – vind ik – echt te danken aan hard werken, de inzet van Mireille die de verbinding zo mooi tot stand bracht en het feit dat we precies weten wat we als netwerkpartners aan elkaar hebben sinds de introductie van de netwerkgroep. De kinderen zijn nu enigszins in beeld.
Als ze per 1 december doorverhuizen naar Enkhuizen kunnen ze verder gaan waar ze gebleven waren. De contacten zijn al gelegd.”
Samen komen we verder
“Momenteel komen er veel mensen de grens over. Ook Oekraïners zoeken hier een onderkomen vanwege de oorlog”, vertelt Mireille. “Voor hen hebben we in de regio extra taalklassen georganiseerd en een routekaart ontwikkeld. Ook is hun schoolsysteem veel strenger, waardoor sommige ouders vragen om een ‘diploma’ waarmee ze – als ze weer terug zijn – kunnen aantonen dat hun kind(eren) zich ook in Nederland hebben ontwikkeld. Veel scholen weten inmiddels hoe ze deze kinderen kunnen ontvangen, of doorsturen naar de taalklassen. Ik merk dat zoveel mensen zich willen inzetten om nieuwkomergezinnen te helpen. Die menselijkheid maakt mijn vak echt prachtig.”
Kristel: “De instroom van nieuwkomers fluctueert. Toch is de samenwerking in de netwerkgroep steeds stabiel: iedereen die deelneemt doet dat vanuit zijn eigen organisatie, heeft een eigen structuur en eigen belangen. Tegelijkertijd zie je dat we veel rekening met elkaar houden om tot goede regionale afspraken te komen. Het is en blijft superbelangrijk dat we nieuwkomerkinderen ook onderwijs bieden. Dit zijn óók ‘onze’ leerlingen. Doordat we dit als netwerkorganisatie nu ruim zeven jaar doen, zien we dat het werkt. De kinderen willen zo graag naar school. Om te leren, maar ook om weer even kind te zijn. Dat we dat voor elkaar krijgen, daar mogen we met elkaar trots op zijn.”