Samen actief tegen thuiszitten

  • mei 2017
  • secretariaat PPO-NK
  • 1532
secretariaat PPO-NK
Nieuwsberichten

Als samenwerkingsverband proberen we te voorkomen dat kinderen thuis komen te zitten. En als het toch gebeurt, is er hulp. Zeker nu op 10 mei het thuiszitterspact is ondertekend. Hiermee maken de samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs en de vijf regionale gemeenten zich sterk tegen thuiszitten. Consulent Kristel de Wit legt uit.


Thuiszitters zijn kinderen die zonder geldige reden wegblijven van school. Kristel de Wit, projectleider van de netwerkgroep thuiszitters, geeft aan dat kinderen om verschillende redenen ongeoorloofd kunnen verzuimen.“Bij problemen thuis is het voor een kind in een klas met 30 kinderen lastig om tot leren te komen. Als er medische problemen ontstaan, kunnen er aanpassingen nodig zijn die de school moet doen. Soms vertoont een kind grensoverschrijdend gedrag en is het niet verantwoord om het in de groep te houden en vraagt het teveel aandacht van de leerkracht.”

Signaleren is durven aankaarten

Welke oorzaak ook, het is steeds zoeken naar wat het kind nodig heeft om weer goed te functioneren. “Dat is maatwerk,” weet Kristel. “We moeten het probleem afpellen. Daarvoor hebben we soms meerdere partijen nodig. Het beste is om problemen tijdig te signaleren, dat kan thuiszitten voorkomen. En voor signaleren is soms ook moed nodig, je moet iets durven aankaarten.”

Krachten bundelen

Sinds 2015 is binnen ons samenwerkingsverband de netwerkgroep thuiszitters actief. Deze groep bestaat uit onder andere leerplichtambtenaren,beleidsmedewerkers, medische en onderwijsprofessionals en ouders. Deze groep staat ook aan de basis van het Thuiszitterspact waarin veel aandacht is voor het voorkomen van thuiszitten. Het pact is op 10 mei j.l. ondertekend.

Doel: een gelukkiger kind

Het thuiszitterspact gaat meer richting geven aan wat er in de praktijk al gebeurt. En dat is veel, vertelt Kristel: “De consulenten ondersteunen de scholen en er wordt samengewerkt met het Centrum voor Jeugd en Gezin. Signalering is de eerste stap. Maar het kind en de ouders moeten een grotere rol krijgen; ouders kennen hun kind immers het allerbeste. Zij moeten meer een stem krijgen in het plan van aanpak bij problemen.” Dat is niet altijd makkelijk, beaamt ze.“Soms hebben ouders een andere beleving van het probleem of lopen de verwachtingen over de oplossingen uiteen. Dan zoomen we in op het gemeenschappelijke doel: we willen allemaal dat het kind gelukkiger wordt.”

Veelgestelde vragen verzameld

Ouders met een probleem vinden het nu vaak moeilijk hun weg binnen het onderwijs of de jeugdhulpverlening te vinden. “Daarom hebben we de vragen verzameld die het vaakst worden gesteld door ouders. Ze komen binnenkort op de website met eenduidige antwoorden in begrijpelijke taal. Zo komen ouders met een vraag sneller bij de juiste plek terecht”, aldus Kristel.

Trefwoorden