4. Kwaliteit basis- en lichte ondersteuning
Om de kwaliteit van de basis- en de lichte ondersteuning in kaart te brengen is onderstaand praatpapie...
Hieronder treft u de rapportage exploitatie van schooljaar 2018-2019 aan.
Conform de afspraken over de bestemming van het eigen vermogen is voor 2018-2019 negatief begroot. Het daadwerkelijke tekort werd met name veroorzaakt door een hogere personeelslast i.v.m. vervangingen, hogere bestuurskosten door governance-implementatie en meer leerlingen in een onderwijszorgarrangement. Deze overschrijding zal geen gevolgen hebben voor de hoogte van de eerder genoemde bestemmingsreserve en de verwerking daarvan in de meerjarenbegroting. Voor zover overschrijdingen een structureel karakter lijken te hebben (zoals de onderwijszorgarrangementen) zijn deze reeds in de begroting 2019-2020 herschikt.
Algemeen
De rapportage volgt de uitputting van de begroting van het schooljaar 2018-2019.
Baten
Rijksbijdragen
Zoals in de rapportage van het eerste trimester is aangegeven, heeft tussentijdse bijstelling van de lumpsumtarieven grote invloed op de begroting.
Deze tussentijdse bijstelling bestaat uit twee delen:
In totaal zijn, zoals bij het tweede trimester al gecalculeerd, de rijksbijdragen over dit schooljaar ruim 1,3 miljoen hoger dan begroot. Hier staan echter ook hogere overdrachten tegenover.
In een gremium van swv-controllers is eerder onderzocht of er in de begroting niet beter kan worden geanticipeerd op indexeringen van de rijksoverheid (We begroten nu op een “geconsolideerd” lumpsumtarief). Dit levert geen alternatief op: de trend in de rijksbijdragen is te ongewis en ook de doorrekening van de gevolgen aan de lastenkant (w.o. de verevening) is te complex om met al teveel aannames te werken.
Tijdens het opstellen van deze rapportage heeft wederom een bijstelling van de tarieven plaatsgevonden (circulaire 17 september: definitieve lumpsum 2018-2019) die tot een nabetaling zal leiden. Dit levert tevens bijstelling van de TLV-kosten over 2018-2019 op (nabetaling aan het speciaal onderwijs).
Overige baten
De realisatie van het inkomend grensverkeer laat zien dat het aantal leerlingen dat verwezen is door een basisschool buiten ons samenwerkingsverband en vervolgens een sbo-school binnen ons samenwerkingsverband bezoekt, significant is toegenomen.
De overige baten betreffen de premiedifferentiatie van het Vervangingsfonds (bonus) over 2017 en baten nieuwkomers.
Lasten
I Overdrachten
De aanpassing van de lumpsumtarieven betekent ook dat de tarieven van de ondersteuningsbekostiging voor het S(B)O zijn gestegen, en ook met terugwerkende kracht over het schooljaar 2017-2018. De verrekening van vorig jaar (SO € 115.337) en de aanpassing van de TLV-tarieven vanaf augustus 2018, is –voor zover het de 1 oktobertelling betreft – uitgevoerd door DUO en in mindering gebracht op de middelen zware ondersteuning (zie nr.7 overdrachten). De aanpassing van de groeiregeling (peildatum 1 februari) heeft plaatsgevonden door het samenwerkingsverband. De totale kosten aan het SO komen daarmee ruim € 370.000 boven begroting.
Voor het sbo heeft vanuit het samenwerkingsverband geen correctie plaatsgevonden, omdat de tariefsaanpassing hier zou betekenen dat het bedrag dat de sbo-scholen terugbetalen zou moeten stijgen.
Met betrekking tot de interventieplaatsen in het S(B)O is in overleg met de scholen gestopt met het verdeelmodel van een gelijk bedrag per school, en is er gekeken naar de daadwerkelijke interventies van de afgelopen twee jaar. Het bedrag per school is nu dus gedifferentieerd, maar het totale budget blijft gelijk.
De ondersteuningsmiddelen voor het basisonderwijs zijn tussentijds aangepast en met € 10 per leerling verhoogd (ruim 6%). De budgetten van de werkgebieden zijn eveneens tussentijds geïndexeerd. De uitgaven lopen meer dan in eerdere jaren in de pas met de begroting.
II Management & Organisatie
1.1 Loonkosten M&O
Deze overschrijden o.a. door de eenmalige uitkering in oktober die conform de cao ook aan het OOP is uitgekeerd.
1.2. Personeel van derden M&O
Deze post bestaat kosten aan OOG (controller en tijdelijke aanvulling administratie) en BMC (vervanging ouderschapsverlof).
3.1. Kantoorkosten
Deze post overschrijdt door de hierin opgenomen automatiseringskosten, met name aan de opdracht om het sharepoint, dat door de medewerkers van het swv wordt gebruikt, opnieuw in te richten.
3.8. Accountancy
De accountantskosten zijn fors hoger dan voorheen. Dit fenomeen lijkt een landelijke trend, zowel doordat vraag en aanbod de tarieven doet stijgen (veel accountantskantoren nemen geen nieuw werk aan) en de intensivering van de controleopdracht vanuit OCW. Met deze stijging is in de begroting 2019-2020 al enigszins rekening gehouden.
4.2. Bestuurskosten
De bestuurskosten overschrijden de begroting met ruim € 68.000 omdat in de begroting nog geen rekening kon worden gehouden met de kosten die de wijzigingen in governance met zich mee heeft gebracht. Dit betreft m.n. begeleidings- en implementatiekosten vanuit BMC (€ 11.229), Baanders Consultancy (€ 14.744) en stichting CAOP (€ 40.940) en de kosten geboekt onder onvoorzien (vergader- en representatiekosten)..
III Uitvoeringsorganisatie
1.1. Loonkosten consulenten
Ook hier is sprake van de eenmalige uitkering conform de cao (OOP) en niet te declareren vervangingskosten.
1.2. Inhuur onderwijsondersteuners
De vergoeding van de ondersteuners vanuit Aloysius en Heliomare is aangepast aan de cao en lumpsumtarieven middels de indexcijfers in het bekostigingsbesluit. Ook hier is een nabetaling verricht ter compensatie van de lastenstijging in 2017-2018 van € 38.038. De structurele kostenstijging is € 40.097.
1.3. Personeel van derden overig
Deze kosten overschrijden als gevolg van extra inzet en vervanging van consulenten werkgebieden (zwangerschapsverlof), thuiszittersbegeleiding en ambulante begeleiding nieuwkomers.
1.4. De uitgaven aan bijeenkomsten en professionalisering vallen ca. € 50.000 lager uit dan begroot.
Onder ‘doorontwikkeling’ zijn de kosten opgenomen aan de Hogeschool Utrecht, Skoop Projects en de uitvoering van de 10-14 aanpak.
2.1. De post onderwijszorgarrangementen is met name overschreden door de Kanzklas nog begroot was op 4 leerlingen en het er 6 zijn geworden en de kosten van de Trimaran zijn opgelopen, zowel door deelname als door tariefstijging. De verrekening van Kanz-leerlingen over 2018-2019 met omliggende samenwerkingsverbanden is nog niet afgerond (totale kosten nemen dus nog iets af).
De kosten van de Trimaran zijn in de begroting 2019-2020 verplaatst naar het budget van de werkgebieden. Dit geldt ook voor knelpuntoplossingen rond individuele leerlingen (zie 2.2. interventies directie).
IV Overige lasten
Geen bijzonderheden.
Samenvatting
Conform de afspraken over de bestemming van het eigen vermogen is voor 2018-2019 negatief begroot, met een tekort van € 332.564 ter dekking uit de bestemmingsreserve.
Het daadwerkelijke tekort is € 126.959 hoger, vooral veroorzaakt door een hogere personeelslast i.v.m. vervangingen, hogere bestuurskosten door governance-implementatie en meer leerlingen in een onderwijszorgarrangement.
Als gevolg van (wederom) de aanpassing van de lumpsum zal deze overschrijding geen gevolgen hebben voor de hoogte van de eerder genoemde bestemmingsreserve en de verwerking daarvan in de meerjarenbegroting. Voor zover overschrijdingen een structureel karakter lijken te hebben (zoals de onderwijszorgarrangementen) zijn deze reeds in de begroting 2019-2020 herschikt.