Samenwerking - Nieuwkomers

  • feb 2021
  • PPO-NK - community beheer
  • ·
  • Aangepast dec 2021
  • 1
  • 702
PPO-NK - community beheer
Voor iedereen
  • Mascha Geleijnse
  • secretariaat PPO-NK

Na een jaar taalklas stappen de meeste nieuwkomerskinderen, kinderen die uit het buitenland in Nederland zijn komen wonen, met de nodige basiskennis van het Nederlands over naar de basisschool bij hen in de buurt. Een nieuwe school, nieuwe kinderen, nieuwe juf of meester. Best spannend allemaal.

Na ongeveer drie weken op de nieuwe school kom ik in de groep kijken, praat met het kind en heb daarna een gesprek met de leerkracht en de intern begeleider. Dit voor de zachte landing en preventieve hulp.

Na me te hebben voorgesteld aan het kind, en soms ook aan de groep, praten we eerst over de taalklas en over de nieuwe school. Hoe gaat het, heb je al vrienden, woon je hier in de buurt, hoe kom je naar school, heb je broers en zussen enz. De momenten dat het kind gaat vertellen uit welk land het komt, hoe hij/zij daar woonde en leefde, zijn prachtig. Je ziet dat hun ogen gaan stralen. Een meisje, dat in de klas nog niet veel Nederlands durfde te spreken, vertelde over haar oma waar ze naast woonde in Afrika en die veel dieren had. Dat ze elke dag de dieren ging verzorgen. Dat ze een half uur heen en een half uur terug moest lopen van school naar huis. Ze kwam dan langs een waterput en haalde daar water uit voor onderweg. De kinderen van de groep waren doodstil aan het luisteren en fluisterden daarna: “dit wisten we helemaal niet.” Ik vraag of het kind de uitleg van de juf of meester begrijpt. Dan vraag ik welke taal het kind thuis praat en vraag om iets te vertellen in zijn of haar eigen taal. Ze praten Tigrinya of Arabisch, Russisch of Pools of een andere taal. Sommige kinderen vertellen dat ze wel 3 of 4 talen spreken. De kinderen uit de groep staan versteld en zijn positief verrast. Dan ontstaat er een discussie; het ene kind kan Engels praten, de ander Braziliaans, en een derde praat Fries. De kinderen laten elkaar de verschillende talen horen en gaan er helemaal in op. Het nieuwkomerskind is even het middelpunt van de aandacht, kan laten horen en zien wat ze kan en straalt.

Een ander meisje vertelde dat ze op de school in het land van herkomst een keer te laat kwam en dat de leerkracht heel boos werd en haar sloeg. Nu was ze ook een keer te laat op haar school in Nederland. Ze durfde niet naar binnen te gaan en heeft 10 minuten op de gang gewacht tot een leerling de leerkracht waarschuwde dat ze daar zat.

Een ander meisje, uit Syrië, ging de overstap maken naar het VO. Het meisje wist precies naar welke school ze wilde en wat ze later wilde worden en welk niveau ze daarvoor moest halen. Dat had ze zelf, met hulp van de juf, uitgezocht. Ze was alleen bang dat haar vader het er niet mee eens zou zijn. De leerkracht heeft toen samen met het meisje aan de ouders uitgelegd hoe het onderwijssysteem in het VO in Nederland er uit ziet. Het meisje is uiteindelijk naar de school van haar keuze gegaan en heeft keihard geknokt om het niveau te halen wat ze wilde bereiken.

Een leerkracht van een andere school had, om een jongen uit Syrië welkom te heten in de groep, Arabische woorden verzamelt en deze samen met het Nederlandse woord op post-its geschreven en in de klas opgehangen. Ze vertelde dat de kinderen uitkeken naar het moment dat de jongen op school zou komen en waren de Arabische letters aan het naschrijven.

Soms is er meer nodig voor een nieuwkomers leerling. In die situaties gaan we samen met de ouders, de leerkracht, intern begeleider, consulent en indien nodig andere externen op zoek naar de juiste hulp en begeleiding. Zoals het volgende voorbeeld. In de eerste week van december word ik gebeld door een directrice van een school in Groet. Er is een gezin uit de Filipijnen komen wonen in Groet met twee kinderen in de basisschoolleeftijd. Er is al contact geweest met de AZC school in Den Helder waar ze vandaan komen. Voor de jongste leerling is er meteen plaats in de onderbouw. Voor de oudste leerling, een jongen van 8 jaar, is het advies van de AZC school om hem eerst nog te plaatsen op een taalschool. De directrice wil weten wie ze dan moet benaderen. Ik geef het mailadres door van de taalschool. De directrice neemt contact op met hen.

Aangezien de jongen al langer dan een jaar in Nederland is komt de jongen in principe niet meer in aanmerking voor de taalschool. De directrice van de basisschool neemt contact op met de consulent en bespreekt wat te doen. De jongen heeft nog extra ondersteuning nodig en de school wil eerst onderzoeken of zij deze ondersteuning kunnen bieden.

Ondertussen is duidelijk dat we voor een tweede keer in lockdown gaan. Wat nu.

De consulent neemt contact op met mij en samen bespreken we wat te doen. Al snel ontstaat het idee dat ik de jongen in lockdown tijd thuis ga begeleiden en dat we dan na een paar weken met alle betrokkenen online overleggen welke school het meest passend is voor hem. Dit voorstel wordt besproken met ouders, basisschool en taalschool. Iedereen is enthousiast. Er wordt kennis gemaakt met elkaar, materialen verzameld en na de kerstvakantie ga ik drie keer per week een uur aan het werk met de jongen.

Mireille Koeleveld, ambulant begeleiden Nieuwkomers

Reacties

één reactie, 25 februari 2021

Trefwoorden