Analyse Schoolondersteuningsprofielen
Naar aanleiding van de ingevulde schoolondersteuningsprofielen deed BMC in het eerste en tweede trimes...
Wanneer een leerling extra ondersteuning nodig heeft op de basisschool, kan die ondersteuning geboden worden in de vorm van een arrangement, gefinancierd vanuit de middelen van het werkgebied. Hieronder volgt een analyse van deze arrangementen.
In het schooljaar 2017-2018 zijn er meer arrangementen ingediend dan in de jaren ervoor. Het aantal nieuwe arrangementen blijft redelijk stabiel, het aantal verlengde arrangementen stijgt. Zie onderstaande grafiek. We denken dat de stijging van het aantal verlengingen heeft te maken met de recente implementatie van de huidige werkwijze.
Hieronder worden in de grafiek en in de tabel de cijfers weergegeven van het aantal arrangementen per soort. Opvallend is dat het aandeel groepsarrangementen in 2015-2016 beduidend hoger was dan in de laatste twee jaren.
Individueel | Groep | |
2015-2016 | 82,50% | 17,16% |
2016-2017 | 90,58% | 8,42% |
2017-2018 | 86,49% | 9,57% |
Van iedere leerling die een individueel arrangement volgt, registreren we het leerjaar. In onderstaande grafiek is in percentages de verhouding van het aantal arrangementen per leerjaar weergegeven.
Wanneer we het aantal arrangementen per leerjaar afzetten tegen het aantal TLV-aanvragen afkomstig van reguliere scholen per leerjaar van 2017-2018, krijgen we onderstaande grafiek. Hieruit is duidelijk af te lezen dat er meer arrangementen ingediend worden dan er TLV's worden afgegeven. We zien dat er een piek is in het aantal arrangementen in leerjaar 4 en 5, waar de piek van TLV-aanvragen ligt in de leerjaren 5 en 6. Reguliere scholen vragen de minste TLV's aan in het laatste schooljaar, behoeften van leerlingen in dat leerjaar worden veelal opgevangen door arrangementen of innovatieprojecten.
In deze grafiek is af te lezen dat in de afgelopen drie jaar de meeste individuele arrangementen zijn ingezet in de middenbouw en dat de verhouding van het aantal arrangementen in de onderbouw daalt en in de bovenbouw stijgt.
Deze stijging in de bovenbouw kan verklaard worden, doordat bij de start van het samenwerkingsverband veel arrangementen in groep 5 zijn afgegeven, die voortgezet worden tot groep 8. Naast deze individuele arrangementen, lopen er ook 2 grote innovatieprojecten in Alkmaar-Zuid en Langedijk voor de bovenbouwgroepen. De leerlingen die gebruik maken van deze projecten, zijn niet opgenomen in bovenstaande cijfers.
Ieder kind heeft andere onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. Wanneer we een arrangement inzetten voor een kind, geven we daarbij aan om welk van de tien onderstaande ondersteuningscategorieën het gaat.
Categorie 9 - Executieve functies - is een relatief nieuwe categorie. Voorheen werd deze categorie geschaard onder Overig (categorie 10), maar door veelvuldige inzet van ondersteuning met als kenmerk "Executieve functies" is besloten deze een categorie aan het rijtje toe te voegen.
Al drie jaar lang zijn de ondersteuningscategorieën 1: gestructureerde leeromgeving en 5: gedragsinterventietechnieken het meest gekozen bij het indienen van arrangementen.
In 2015-2016 was er opvallend genoeg ook veel behoefte aan 4: een taalrijke leeromgeving. Dit is in de andere twee schooljaren niet terug te zien.
In 2017-2018 is er nog een piek bijgekomen, namelijk 9: executieve functies. Dit is een relatief nieuwe categorie die ontstaan is vanuit de vraag van scholen. In de voorgaande jaren viel deze onder categorie 10: overig.
Bovenstaande is terug te vinden in onderstaande grafiek.
Uit gesprekken blijkt dat scholen het soms nog lastig vinden om bij een arrangement aan te geven om welke ondersteuningscategorieën het gaat. Dit maakt dat we voorzichtig moeten zijn met het trekken van conclusies op basis van deze gegevens.
In totaal zijn er in het schooljaar 2017-2018 974 arrangementen ingediend voor individuele leerlingen en groepen leerlingen, waarvan 587 (57,89%) een verlenging waren. De verdere verdeling is zichtbaar in onderstaand cirkeldiagram.
Net als in voorgaande jaren, worden ook nu meer arrangementen ingediend voor jongens dan voor meisjes. Dit punt ligt stabiel rond de verhouding 70-30.
Ieder kind heeft andere onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. Wanneer we een arrangement inzetten voor een kind, geven we daarbij aan om welk van de tien onderstaande ondersteuningscategorieën het gaat.
Categorie 9 - Executieve functies - is een relatief nieuwe categorie. Voorheen werd deze categorie geschaard onder Overig (categorie 10), maar door veelvuldige inzet van ondersteuning met als kenmerk "Executieve functies" is besloten deze een categorie aan het rijtje toe te voegen.
In de grafiek hieronder is weergegeven met welk van bovenstaande ondersteuningscategorieën arrangementen ingezet zijn.
Uit bovenstaande grafiek is af te lezen dat de volgende arrangementen het meest ingezet worden:
Hieronder wordt per werkgebied grafiek met de ondersteuningscategorieën weergegeven.
We kijken niet alleen regionaal naar de arrangementen, maar ook lokaal: per werkgebied.
Het wordt in verschillende werkgebieden als een uitdaging ervaren om snel een goede invulling te kunnen geven aan een arrangement, omdat niet altijd de juiste personen direct beschikbaar zijn.
Onderstaande grafieken geven een gedetailleerd beeld van de inzet van arrangementen in de verschillende werkgebieden.
Meer informatie over de bestedingsruimte van de werkgebieden vindt u hier.
Meer informatie over de toekenning van de middelen vindt u op de communitypagina met de beleidsdocumenten.