Analyse Schoolondersteuningsprofielen
Naar aanleiding van de ingevulde schoolondersteuningsprofielen deed BMC in het eerste en tweede trimes...
MDO staat voor multidisciplinair overleg. Een MDO wordt gevoerd op verzoek van school en/of ouders. Wanneer leerlingen niet voldoende geholpen kunnen worden binnen de basis- en lichte ondersteuning, wordt via dit deskundigenoverleg gekeken welke hulp nodig is. Wanneer een MDO plaatsvindt, zegt dat iets over de complexiteit van de zoektocht. De consulent is altijd bij deze overleggen aanwezig, daarom is het aantal MDO's ook één van de maatstaven van hun workload.
In het schooljaar 2017-2018 zijn door alle consulenten samen in totaal 2888 multidisciplinaire overleggen (MDO's) gevoerd. Dit zijn er 200 meer als in het jaar hiervoor. Naast deze geregistreerde MDO's zijn er ook MDO's waar de consulent niet bij aanwezig is geweest, en derhalve niet zijn geregistreerd. Samen met de school bekijkt de consulent of zijn aanwezigheid noodzakelijk is, afhankelijk van de situatie. In werkelijkheid is het totaal aantal MDO's dus hoger dan hier weergegeven.
In onderstaande grafieken kan het aantal MDO's door de jaren heen afgelezen worden. In de bovenste grafiek ziet men de totalen, in de onderste grafiek het aantal MDO's per ondersteuningsniveau.
*extra ondersteuning op voorziening: hiermee worden alle gesprekken bedoeld die te maken hebben met ondersteuning op een voorziening. Het gaat om gesprekken voor een toewijzing van een leerling naar het S(B)O, om evaluatiegesprekken van een observatieplek, gesprekken ter ondersteuning van het kind op de speciale voorziening waarbij ouders en consulent betrokken zijn etc. Uit het aantal MDO's dat is weergegeven bij extra ondersteuning op de voorziening is dus niet het aantal verwijzingen af te leiden.
Het totaal aantal MDO's dat regionaal gevoerd wordt, neemt toe. Consulenten merken dat veel basisscholen graag sparren met de consulent en ook steeds vaker een MDO organiseren, waarbij de consulent betrokken is. Om zo efficiënt mogelijk om te gaan met de vele MDO's, worden in enkele werkgebieden tijdsblokken gepland per school waarin meerdere MDO's gevoerd worden, zodat consulenten zo min mogelijk tijd kwijt zijn met reizen.
Tevens zien we dat het aantal MDO's die betrekking hebben op preventie en vroegtijdig handelen afneemt, terwijl het aantal MDO's met betrekking op extra ondersteuning op de basisschool en op de voorziening toenemen.
Onderstaande grafiek laat met staven het aantal MDO's zien en met lijnen het aantal leerlingen per werkgebied per schooljaar. We kunnen hier aflezen dat het aantal leerlingen en het aantal MDO's redelijk stabiel blijft, met hier en daar een paar uitzonderingen. We zien ook dat de regionale stijging van het aantal MDO's niet representatief is voor alle werkgebieden. Sterker nog, deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door een sterke stijging van het aantal MDO's in het werkgebied Bergen. Deze stijging is te verklaren door de relatief nieuwe werkwijze in het werkgebied. Hierbij plant de consulent per school een tijdsblok voor de MDO's, waardoor bij scholen meer vrijheid gevoeld om casussen te bespreken. Hierdoor stijgt het aantal MDO's.
In Heerhugowaard-Noord neemt het aantal MDO's af ten opzichte van vorig jaar. Dit geeft echter een vertekend beeld. Er liepen in Heerhugowaard-Noord trajecten waarbij de consulent per mail of telefoon op de hoogte werd gehouden. Door gebrek aan ruimte in de agenda, kon de consulent niet bij alle MDO's aanwezig zijn.
Onderstaande grafiek geeft inzicht in het aandeel leerlingen per werkgebied van het regulier onderwijs ten opzichte van het aandeel gevoerde MDO's per werkgebied.
LET OP! In deze grafiek kan GEEN vergelijking worden gemaakt tussen de verschillende trimesters, omdat we hier verhoudingen gebruiken. Om toch de trimesters met elkaar te kunnen vergelijken, is een grafiek toegevoegd met aantallen.
In onderstaande grafiek is te zien dat vooral in Heiloo minder MDO's gevoerd worden dan het aandeel leerlingen van het werkgebied.
Waar de ene school daadkrachtiger en zelfstandiger is geworden en daardoor minder snel contact legt met de consulent, signaleert de andere school juist eerder waar extra ondersteuning nodig is en neemt daardoor sneller en/of meer contact op met de consulent. De gesprekken hierover met de scholen zelf beschouwen we als zeer waardevol.
In de grafiek hieronder is het aantal MDO's weergegeven, zodat we het aantal MDO's van de trimesters in 2017-2018 met elkaar kunnen vergelijken. We zien dat in ieder werkgebied de trimesters 2 en 3 drukker zijn met MDO's dan het eerste trimester. Dit is te verklaren, doordat de eerste maand van het eerste trimester in de zomervakantie viel en er dan geen MDO's gevoerd worden. Daarnaast worden arrangementen die na de zomervakantie in gaan vaak al voorafgaand aan de zomervakantie besproken en hebben scholen ook de eerste periode na de zomervakantie nodig om op te starten en hun groep goed te leren kennen, voordat bekend is waar extra hulp nodig is.
In onderstaande grafiek is een vergelijking gemaakt tussen de werkgebieden op basis van het aantal leerlingen, MDO's en arrangementen. Hieruit wordt nog beter inzichtelijk dat de werkwijze van ieder werkgebied uniek is. Waar de werkgebieden Alkmaar-Noord en Heerhugowaard-Noord in verhouding meer arrangementen hebben dan MDO's en aantal leerlingen, zijn in Bergen en Langedijk het aantal MDO's juist hoger dan het aantal arrangementen.
Hieronder zijn de MDO's in 2017-2018 uitgesplitst in de verschillende ondersteuningsniveaus. Meer informatie over de verschillende ondersteuningsniveaus is te vinden op de infographic over de routes van PPO-NK.
Reacties
Veel en gedetailleerde informatie. Ik mis de analyse, conclusies en aanbevelingen.
Dag Adrie,
Bedankt voor je input. Naar aanleiding van het consulentenoverleg van vandaag hebben we enkele bevindingen nader kunnen verklaren. Toch zijn veel gegevens afhankelijk per individuele school, waardoor het trekken van eenduidige conclusies lastig blijft.