Schoolziek

  • apr 2016
  • PPO-NK Community Support
  • 2438
PPO-NK Community Support
Nieuwsberichten
  • Astrid Ottenheym MLE/ME

Als kinderen schoolziek thuis blijven, dan heeft dat een reden. Er is iets aan de hand! Vaak zijn er allerlei signalen aan voorafgegaan. Hoe kunnen leerkrachten en ouders daar alert op zijn? En welke impact heeft het op kind en gezin, als een kind alleen onder druk of zelfs dwang naar school te krijgen is? Een gesprek met pedagoog Hildelien Verkuyl en ouder Yvonne Muijs.

Schoolziekte treft vaak kinderen die anders zijn. Soms zijn dat juist de heel getalenteerde en sensitieve kinderen, of kinderen met een sterke autonomiebehoefte, of kinderen die op een andere manier afwijken van de norm – en daarom gepest worden. Hildelien Verkuyl: “Een kind dat schoolziek is, brengt het niet meer op om zich in allerlei bochten te wringen om te voldoen aan verwachtingen van buitenaf.”

Het systeem school
Moeilijkheden met school worden vaak gezien als het probleem van het kind of gezin. Maar volgens Hildelien legt juist het schoolsysteem kinderen beperkingen op: “Zoals de collectieve benadering, de indeling in klassen, veel prikkels, prestatiedruk. De schoolcultuur met haar systeemkenmerken kan makkelijk in strijd zijn met de eigenheid en behoeften van een kind. Als daarbij ook het contact met medeleerlingen moeilijk van de grond komt, is het begrijpelijk dat een kind zich belemmerd voelt in z’n ontwikkeling en niet meer naar school wil.”

Signalen
Ieder kind wil zich ontwikkelen en de wereld verkennen. Daarvoor is een omgeving nodig die het individuele kind passende ondersteuning en begeleiding biedt. Kinderen die ervaren dat de omgeving níét tegemoetkomt aan hun behoeften, reageren daar verschillend op. “Het ene kind reageert al jong met psychische en zelfs fysieke klachten”, zegt Hildelien. “Andere kinderen geven pas veel later zorgwekkende signalen af, wanneer lichtere signalen niet goed gezien of beantwoord zijn. In veel gevallen ís er ook geen makkelijk antwoord. Maar het helpt een kind enorm, als de leerkracht en ouders hem of haar serieus nemen. Goed kijken en luisteren maakt een wereld van verschil.”
Een kind kan allerlei signalen geven. “Teruggetrokken zijn, passief zijn, slecht eten of slapen, niet naar school willen, buikpijn hebben – het begint vaak met vage klachten. Als een kind eenmaal zegt: ‘Ik ga liever dood dan dat ik naar school ga’, is er al een hele lijst eerdere klachten aan voorafgegaan. Het kind speelde bijvoorbeeld niet meer, of wilde niet over school praten.”

Maak het verschil
Voor leerkrachten is het een grote uitdaging om in een volle klas elk signaal vroegtijdig op te pikken. “Er wordt al veel van leerkrachten gevraagd. Maar het helpt als je jezelf ervan bewust bent dat kinderen – en schoolteams – worden beperkt door de systeemkenmerken van het onderwijs. Zoek in je team gelijkgestemden op. Samen kun je veranderingen in gang zetten waardoor het kind meer centraal komt te staan, in plaats van het systeem”, zegt Hildelien. “Besef dat jíj als leerkracht het verschil kunt maken. Geef vertrouwen, reageer bevestigend in plaats van afkeurend, en benoem de kwaliteiten van het kind. Je hoort zo vaak van mensen die terugkijken op hun schooltijd: ‘Ik heb het gered, vanwege die éne leerkracht die mij begreep en vertrouwen in mij had.’”

Het verhaal van Yvonne
Een ouder die zelf heeft ondervonden wat het voor een kind betekent om niet begrepen te worden, is Yvonne Muijs. Haar oudste zoon (bijna 15) zit vanaf zijn 9e thuis. “Tot groep 6 was hij een spontaan kind”, vertelt ze. “Hij leerde graag en ging met plezier naar school. In groep 4 werd hij even gepest, maar het ging weer goed nadat hij in een andere groep was geplaatst. Hij was toen twee jaar lang een gelukkig kind.”
Dat veranderde toen hij na de zomer bij dezelfde leerkrachten terechtkwam als in groep 4. “Wij denken dat daardoor zijn traumatische ervaring weer naar boven kwam. Hij werd ook wéér gepest, en dat signaleerden zijn leerkrachten niet. Thuis zagen wij een kind dat zich terugtrok, stil werd, ’s ochtends onder tafel zat, gillend dat hij niet naar school wilde. We hadden gesprekken, maar volgens de school was er niets aan de hand.”
De situatie escaleerde toen Yvonnes zoon uit frustratie om het pesten een ander kind sloeg. Hij werd daarop aangesproken door zijn leerkracht. “Dat was voor hem verwarrend, hij ging brullen, voelde zich onbegrepen omdat hij als dader werd gezien. Van lieverlee werd het steeds erger. Er werd een psycholoog bij betrokken, er waren gesprekken, er werd gezegd dat er twee opties waren: zijn gedrag moest verbeteren of hij moest weg. Het leek even goed te gaan, maar op een bepaald moment werd hij geschorst. Sindsdien zit hij thuis. In het ontwikkelingsperspectief (OPP) schreef de school naar eigen inzicht een verslag. Daarmee gingen we van school naar school, maar hij werd nergens meer aangenomen. Nu volgt hij afstandsonderwijs via IVIO.”
Wat haar zoon is overkomen, vindt Yvonne een schrijnend gevolg van langs elkaar heen praten. Haar belangrijkste advies aan andere ouders en leerkrachten is dan ook: “Blijf goed met elkaar communiceren. Het is belangrijk dat leerkrachten ouders serieus nemen. En ouders moeten eerlijk zijn over de capaciteiten en het gedrag van hun kind. Dan kunnen leerkrachten daar beter op inspelen. Luister vooral ook naar het kind.”

Samenwerken
Ook Hildelien benadrukt het belang van een open communicatie. In haar publicatie Mijn buik zit vol tranen schrijft ze: “Ouders die aan de bel trekken zijn in veel gevallen niet bij voorbaat ‘lastige’ ouders, maar worden dat door de tijd heen. Ze zijn bezorgd, willen graag samenwerken en willen bovenal dat de schoolbegeleiders zien dat hun kind geen ‘verkeerd’ kind is, maar zijn of haar best doet om – ja, zo is het dan – te overleven op school. Wil een kind zich op school op zijn plek voelen, dan is het in de eerste plaats van groot belang dat schoolteam en ouders samenwerken en goed communiceren.”

Het beste voor het kind
Hildelien: “Uiteindelijk wil iedereen ‘het beste’ voor het kind. Maar de diverse betrokkenen kunnen fundamenteel van mening verschillen over wat ‘het beste’ is. Het vraagt heel wat inlevingsvermogen van ieder om het belang van het kind centraal te blijven stellen.” Als een kind schoolziek wordt, heeft iedereen daar emoties bij – zowel leerkrachten als ouders. Het is dan de kunst om elkaar niet te beschuldigen, maar met elkaar te kijken wat er aan de hand is en hoe het beter kan.

Hildelien Verkuyl (hverkuyl@xs4all.nl) heeft een praktijk voor pedagogisch onderzoek, advies en begeleiding in Heiloo. Ze schreef onder andere het boek ‘Schoolziek. Wanneer de relatie tussen kind en school stuk loopt.’ Ze is lid van de netwerkgroep Hoogbegaafde en hoogsensitieve kinderen van SWV PO Noord-Kennemerland.

Yvonne Muijs is een van de initiatiefnemers van thuiszitterstellen.nl. Ze is lid van de netwerkgroep Thuiszitters van SWV PO Noord-Kennemerland.